De frisse bries van de herfst
De bladeren dansen, goud en bruin,
Hun reis begint, de bomen verhoudt.
Een zachte bries, als een zucht van de nacht,
Verjaagt de zomer, zijn warmte in de pracht.
Kastanjes vallen, als juwelen zo rond,
Het pad wordt een tapijt, door de wind zo gezond.
De lucht is gekleurd in een grijze verte,
Waar wolken als schapen de zon soms bezette.
De geur van dennen, van aarde en nat,
Herinneringen aan zomer, die stilletjes verpat.
De zon zakt vroege, de dagen worden kort,
Maar in deze stilte vindt elk hart zijn port.
De dieren zoeken hun schuilplek in de schaduw,
De hint van de winter, dat weten ze goed,
Met vacht die zich dikker en warmer dan ooit,
Bereiden zij zich, het leven is nooit verhooid.
Dus laat ons genieten van deze transformatie,
Neem een diepe adem, voel de bries, de creatie.
Want in deze veranderingen, zo rijk en zo vrij,
Dansen de seizoenen, samen, jij en ik, zij aan zij.