De magie van een winterdag

De magie van een winterdag

Als de ochtendgloren stil ontwaakt,

Met een vlies van wit, de wereld bezaakt.

Takjes versierd, glinsterend en fijn,

In de winterse lucht, zo helder en rein.

Koud is de adem die ons omringt,

Als de bomen ons fluisterend iets zingt.

De lucht zo fris, het hart vol vreugd,

In de magie van deze dag verheugd.

Kinderen glijden, roepen, lachen,

Met hun vrolijke spel de kou verachten.

Sneeuwballen vliegen, een strijd van genot,

Onder de zon die ons warm verwelkomt.

De bossen bedekt in een zacht wit tapijt,

Waar stilte en rust onze zonden verweit.

Een wereld van wonderen, zo puur en zo klein,

In de schaduw van dennen, het leven moet zijn.

Terwijl de dagen korter, de nachten zo lang,

Voelen we warmte, een onzichtbare pang.

De magie van winter, met liefde omarmd,

De seizoenen verrijkt, de geest verbaamd.

Laten we genieten, van sneeuw en van ijs,

De kou die ons verenigt, zo fijn als een reis.

De winter, een wonder, een tijd om te delen,

De magie van een winterdag, in ons hart te behalen.

Plaats een reactie