De taal van de natuur

De taal van de natuur

In elke bries die door de bossen waait,

Flonkerend licht dat op de takken speelt,

Flarden van woorden, door de stilte verspreid,

Een poëtische dans, die de ziel deelt.

De rivieren fluisteren, zachtjes en kalm,

Hun golven vertellen verhalen van ver,

Elke golf een geheim, een levensbalm,

De echo van tijd, van nu en van hier.

De bergen spreken in de schaduw van wolken,

Hun stemmen zijn rotsen, krachtig en stoer,

Zij overzien het dal, waar de bloemen zich dolken,

In kleuren en geuren, een zintuiglijk roer.

De vogels, ze zingen met een melodie,

Die de dag omarmt en de nacht inwijdt,

Hun klanken zijn woorden vol harmonie,

Een taal die de harten van groot en klein leidt.

De regen tikt ritmes op bladeren groen,

Een symfonie van druppels, het leven laat horen,

En onder de grond, waar de wortels toen,

Wordt fluisterend leven uit de aarde geboren.

De sterren en de maan zijn de kunstenaars,

Die het doek van de hemel met licht inwrijven,

Hun stille berichten, recht uit het universum,

Een gids voor ons allemaal, in de nacht om te blijven.

Dus luister, o mens, naar het hart van de aarde,

Waar wolken en bomen in verbinding staan,

De taal van de natuur is een kostbaar gevaarte,

Een boodschap van liefde, die nooit zal vergaan.

Plaats een reactie