De winter brengt stilte en vrede
De winter ademt koelte, een glimlach van weet,
Als sneeuwvlokken dansen, zo lichtvoetig en breed.
De wereld in wit, een zacht deken van rust,
Waar bomen hun takken omhullen met must.
De lucht is zo helder, als sterren in de nacht,
De stilte omarmt ons, met liefde en kracht.
De ruisende bossen, zo stil als een kind,
Alle zorgen vervagen, als de sneeuw ons bemint.
De dagen zijn kort, de nachten zijn diep,
In de warmte van huizen vinden we ons lief.
Met vlammen die knetteren, en verhalen die stromen,
Bouwen we dromen, ver weg van de zomene.
De tijd lijkt te vertragen, een wonderlijk spel,
In de magie van winter, voel ons hart wel.
We drinken de warmte van chocolademelk,
Terwijl buiten de wereld blijft slapen in elk.
Wanneer lente zal komen, in kleur en in leven,
Houdt winter ons vast, in de stilte van geven.
Seizoenen die wisselen, het ritme van steeds,
Maar winter, zo sereen, blijft ons altijd gehecht.