De zomerzon verwarmt ons leven
De lente fluistert, het gras wordt groen,
Bloeien de bloemen, als dromen zo zoet,
Met de zon die lacht en de lucht die zingt,
Voelt het leven lichter, als een sprankje zoetmoet.
De zomer komt binnen met stralen van goud,
De dagen zijn lang, de nachten vol lien,
We dansen en spelen, vol vreugde en van goud,
Onder de hemel die ons liefde belooft en verdien.
De herfst arriveert met zijn palet van kraken,
Bladeren vallen, als goud in de lucht,
Een tijd van reflectie, van genieten en maken,
De oogst van het leven, zo rijk en zo vrucht.
De winter neemt ons, omhult ons in wit,
Met sneeuw die ons kust en de wereld verstilt,
Bij het haardvuur dromen we, warm en dicht,
Over de seizoenen die ons samengekleed.
Maar telkens weer keert de cyclus terug,
De zomerzon verwarmt ons leven met licht,
Een herinnering dat leven – met liefde en geluk,
De seizoenen ons omarmen in iedere verplicht.
Dus koester de momenten, elk seizoen zo fijn,
De voorjaarsbloesem, de zomerse gloed,
De herfstige kleuren, de winterse schijn,
Want in elk van die tijden, bloeit ons levensgoed.