Herfst en Winter
De bladeren vallen, als gouden confetti,
De lucht ademt koel, en de dagen zijn schuil,
De herfst met zijn kleuren, zo warm en zo vettig,
Omarmt ons in tranen van oranje en bruin.
De dagen worden korter, de nachten meer koud,
Een dans van het licht, dat langzaam verdwijnt,
De wolken drijven traag, als een verhaal dat ons meld,
Dat de winter nabij is, met zijn koude geheim.
De heuvels bedekt met een dons van puur wit,
De wereld lijkt stil, als in dromen gevangen,
De takken zo naakt, in de winterse bit,
Verliezen hun schaduw, en worden verwrongen.
De haardvuur knettert, als flonkerend goud,
We delen verhalen, zo warm in de schijn,
De seizoenen vervlechten, hun schoonheid en koud,
In deze cyclus van leven, zo diep en zo fijn.
Dus koester de herfst met zijn rijke palet,
En verwelkom de winter in zijn heldere pracht,
Want elk seizoen heeft zijn eigen duet,
Dat ons herinnert aan de tijd die ons lacht.