Schoentjes zetten en wachten maar
De dagen kort, de nachten koel,
De lucht gevuld met pepernotenpoel.
Met glinsterende ogen kijken wij voor,
Schoentjes zetten, bij de deur, elke keer weer voor.
De maan die straalt, de sterretjes twinkelen,
In onze harten de vreugde begint te zingelen.
We vullen onze schoen met een wortel en meer,
Voor het trouwe paard van de goede Sint, keer op keer.
En terwijl de klok zijn uren tikt,
Dromen we stil, van wat ons Estren vernieuwt,
De intocht en zingen, de surprises, de pret,
Met kleuren en glitters, wat zijn we met elkaar vergeten?
Maar nu is het tijd om te wachten en bidden,
Dat de Sint ons niet zal overslaan, dat hij ons zal vinden.
Met een geheimzinnige lach en een knipoog zo fijn,
Hopend op lekkernijen en een mooi cadeau, dat moet wel zo zijn!
Dus zetten we schoen, met onze harten vol hoop,
En tellen de uren, ook al is het soms een lastige noot.
Schoentjes zetten en wachten maar,
Tot de goede Sint ons verrast, keer op keer, elk jaar.