Vrijheid in de vleugels van vogels
In de lucht, zo wijd en vrij,
Vliegen vogels, blijdschap nabij,
Hun vleugels spreiden als een droom,
Over zeeën, velden, in de herfstige zoom.
Een zeemeeuw danst op de zeewind,
Zijn strijd tegen de storm zo bemind,
Met iedere vlucht, een lied van avontuur,
Een symfonie van vrijheid, puur en puur.
De arend zweeft hoog, met onverwachte kracht,
Over bergen en dalen, de wereld betracht,
Zijn ogen glinsteren, scherp als een zwaard,
Bewaker van geheimen, in de stilte gespaard.
Sneeuwuilen flonkerend in de nacht,
Met vleugels als wolken, zo stil, zo zacht,
Ze jagen door de schaduw, in het maanlicht gedoofd,
Hun verhalen vertellen de dromen die je hoopt.
De simpele mus, zo klein maar fijn,
Zingt vrolijk in de ochtend, laat ons niet alleen,
In hun gezang weerklinkt de boodschap van leven,
Dat vrijheid en geluk in de lucht zijn gegeven.
Dus kijk omhoog, laat je geest vrij zweven,
In de vleugels van vogels schuilt het geven,
Een les van de natuur, zo eenvoudig en groot,
Dat vrijheid te vinden is, waar je ook hoort.